De RI&E: de start van arbobeleid

Ga direct naar:
       - Eisen RI&E
       - Het plan van aanpak
       - De toetsing
       - Het vervolg
       - Mogelijke aandachtspunten RI&E
       - Werkwijze


Inleiding

Willen we de arbeidsomstandigheden verbeteren dan zullen we eerst moeten weten welke risico's tijdens het werk bestaan of kunnen ontstaan. Vanaf 1 januari 1994 zijn alle werkgevers dan ook verplicht om alle arbeidsrisico's in kaart te brengen. Dit wordt ook wel de Risico- Inventarisatie en -Evaluatie (of kortweg: RI&E) genoemd. De werkgever mag deze risico-inventarisatie en -evaluatie zelf doen maar hij mag ook ondersteuning vragen. Wanneer u de RI&E zelf uitvoert, informeer dan eerst bij een brancheorganisatie of er specifieke op de branche afgestemde modellen voor de RI&E zijn opgesteld. Zo'n checklist kan u veel tijd en moeite besparen. Voor een goede RI&E moet u de mogelijke gevaren inventariseren, bekijken of deze gevaren ook echt een risico opleveren en de omvang van het risico vaststellen. Deze inventarisatie kan door Veiligheid.nu worden verzorgd.

Terug naar boven

Eisen RI&E

De risico-inventarisatie en -evaluatie bestaat uit drie delen:
      • De inventarisatie van alle gevaren en risicobeperkende maatregelen. Bij de inventarisatie gaat het
        om gevaren die zich kunnen voordoen. Een gevaar is een eigenschap van de arbeidssituatie (dit zijn
        bijvoorbeeld een werkplek, een handeling, een arbeidsmiddel of een stof) die kan leiden tot schade aan
        de veiligheid en de gezondheid van werknemers. Een risicobeperkende maatregel is een maatregel die
        door de onderneming getroffen is om het risico te beperken.
      • De evaluatie van de risico's die aan de gevaren verbonden zijn. In de evaluatie wordt ingeschat hoe
        groot de kans is dat gevaren daadwerkelijk optreden en wat de gevolgen voor de veiligheid en de
        gezondheid zijn. Bij deze inschatting wordt altijd - al dan niet bewust - een scenario gehanteerd.
      • De vaststelling welke maatregelen genomen zullen worden. De wijze waarop het gevaar zal worden
        weggenomen of de kans op schade aan de veiligheid en de gezondheid zal worden verkleind, moet
        worden opgenomen in een plan van aanpak.

Terug naar boven

Het plan van aanpak

Wanneer alle risico's in kaart zijn gebracht moet de werkgever samen met de werknemers (of een afvaardiging daarvan) bekijken hoe deze risico's verholpen kunnen worden. Het resultaat van deze bespreking moet schriftelijk worden vastgelegd en wordt het plan van aanpak genoemd. De maatregelen in het plan van aanpak moeten zoveel mogelijk gericht zijn op het vóórkomen van risico's. De arbowet schrijft hierbij de volgende prioritering voor. Tenzij dit redelijkerwijs onmogelijk is moet de werkgever:


       1. gevaren bij de bron voorkomen of beperken.
       2. maatregelen treffen die zijn gericht zijn op collectieve bescherming.
       3. maatregelen treffen die zijn gericht zijn op individuele bescherming.
       4. slechts indien bovengenoemde redelijkerwijs onmogelijk is dienen doeltreffende en
           passende persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking te worden gesteld.

Terug naar boven

De toetsing

De wet verplicht dat de RI&E getoetst wordt. Een gecertificeerde (kern-)deskundige toetst de RI&E en adviseert over het plan van aanpak. Deze kijkt of alle risico's zijn genoemd, of de situatie in het bedrijf goed is weergegeven en of de laatste normen en richtlijnen zijn gebruikt. Tevens wordt ook gekeken of het plan van aanpak aan de volgende eisen voldoet:


       1. Is de vaststelling en de benoeming van de knelpunten juist
       2. Zijn de voorgenomen maatregelen voldoende om het risico te beheersen.
       3. Zijn de juiste prioriteiten gesteld.
       4. Is duidelijk wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van de maatregel.
       5. Zijn er realistische einddata vastgesteld ter afronding van de te nemen maatregelen.


Pas wanneer dit het geval is, voldoet deze RI&E aan de eisen die in de Arbowet worden gesteld.

Werkgevers met in de regel ten hoogste 10 werknemers zijn uitgezonderd van de verplichte toetsing, mits zij voor het opstellen van de RI&E gebruikmaken van een erkende branche RI&E. Deze checklist moet dan zijn vastgesteld in de CAO, die van toepassing is op de betreffende werkgever, en door een kerndeskundige zijn getoetst.

Vanaf februari 2004 is voor bedrijven met 25 werknemers of minder, die gebruik hebben gemaakt van een erkend branche RI&E instrument, in principe een bedrijfsbezoek door de arbodienst niet meer nodig. Dit wordt ook wel de lichte toets genoemd. De lichtere wijze van toetsen voor bedrijven met 25 werknemers of minder bij toepassing van branche-RI&E¬instrumenten houdt in dat:
      • een bedrijfsbezoek door de arbodienst/deskundige in beginsel niet meer nodig is.
      • het is niet meer is nodig alle kerndeskundigen (bedrijfsarts, veiligheidskundige, arbeidshygiënist en
        deskundige Arbeid & Organisatie) bij de toetsing te betrekken.
      • indien reeds gebruik gemaakt is van metingen van erkende instellingen (bijvoorbeeld op het gebied
        van geluid), er geen nieuwe meer hoeven plaats te vinden in het kader van de toetsing.
      • alleen op papier wordt gecontroleerd of de elementen, die in het kader van een RI&E aan de orde
        dienen te komen, ook daadwerkelijk beschreven zijn.

Wanneer bij de toetsing blijkt dat onderdelen ontbreken maakt de deskundige hiervan schriftelijk melding aan de werkgever. De werkgever moet dan uiteraard alsnog voor de aanvulling van zijn RI&E zorgen.

Terug naar boven

Het vervolg

Jaarlijks moet de werkgever overleg voeren met ondernemingsraad, personeels¬vertegenwoordiging of belanghebbende werknemers over de actualiteit van de RI&E. De RI&E moet in de volgende gevallen aangepast worden:
       1. bij gewijzigde werkmethoden.
       2. bij gewijzigde werkomstandigheden (bijv. verbouwing).
       3. indien wijzigingen van de wetgeving daartoe aanleiding geven.
       4. indien de stand van de wetenschap of professionele dienstverlening daartoe aanleiding geeft.
       5. indien de opgedane ervaring daartoe aanleiding geeft.

De werkgever dient ervoor te zorgen dat ieder werknemer kennis kan nemen van de RI&E. Bovendien moet jaarlijks gerapporteerd worden over de voortgang van de maatregelen die in het plan van aanpak genoemd worden. Ook hier geldt dat de werkgever dan vooraf overleg moet voeren met ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of belanghebbende werknemers over de inhoud van dit rapport.

Terug naar boven

Mogelijke aandachtspunten RI&E

In een risico-inventarisatie en -evaluatie kan onder meer aandacht worden besteed aan de onderstaande aandachtspunten ten aanzien van arbeidsomstandigheden.


   Arbozorg en organisatie van de arbeid
       • Arbobeleidsvoering
       • Verzuimbeleid
       • Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
       • Samenwerking en overleg
       • Plan van aanpak en rapportage over uitvoering plan van aanpak
       • Voorlichting en onderricht
       • Toezicht door leidinggevenden
       • Gedrag van werknemers
       • Arbeidsongevallen
       • Periodiek Medisch Onderzoek
       • Arbeidsomstandighedenspreekuur
       • Bijzondere categorieën werknemers (zoals uitzendkrachten, stagiaires, jeugdigen, zwangeren en thuiswerkers)
       • Opdrachtgever, ontwerper of uitvoerende partij bouwwerk


   Bedrijfshulpverlening
       • Bedrijfshulpverleners
       • BHV-organisatie
       • Oefening


   Arbozorg en organisatie van de arbeid
       • Algemene aspecten zoals orde en netheid, onderhoud, controle en keuring
       • Voorzieningen in noodsituaties zoals blusmiddelen, vluchtwegen en nooduitgangen
       • Inrichtingseisen zoals eisen voor werkruimten, bewegingsruimte en werken op hoogte
      • Pauze-ruimten en andere voorzieningen zoals kleedruimte, wasruimte en doucheruimte


   Gevaarlijke stoffen en biologische agentia
      • Gevaarlijke stoffen, waaronder de aanwezigheid; de informatie door onder meer
        veiligheidsinformatiebladen, gevarenetiketten en beoordeling blootstelling; de beperking van de
        blootstelling conform arbeidshygiënische strategie; opslag en werken in besloten ruimten
      • Biologische agentia


   Fysieke belasting
      • Leveren van kracht zoals tillen, duwen, trekken, vasthouden, ondersteunen en dragen Werkhouding
        zoals ongunstige lichaamshoudingen, statische lichaamshoudingen, staan en zitten
      • Bewegingen zoals lopen, repeterende bewegingen en plotselinge bewegingen
      • Maatregelen om fysieke belasting te beperken conform arbeidshygiënische strategie
      • Beeldschermwerk en zittend kantoorwerk


   Fysische factoren
       • Klimaat
       • Verlichting
       • Straling, zowel ioniserende, niet-ioniserende als UV-straling
       • Werken onder overdruk
       • Trillingen, zowel hand- en armtrillingen als lichaamstrillingen


   Arbeidsmiddelen en specifieke werkzaamheden
       • CE-markering
       • Beveiligingen/veiligheidsvoorzieningen/-noodstopvoorzieningen Onderhoud en keuring arbeidsmiddelen
       • Bevoegdheid gebruik arbeidsmiddelen
       • Hijs- en hefwerktuigen
       • Transportmiddelen


   Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en veiligheids- en gezondheidssignalering
       • Persoonlijke beschermingsmiddelen, waaronder noodzaak, keuze, beschikbaarheid en gebruik
       • Veiligheids- en gezondheidssignalering, waaronder aanwezigheid en leesbaarheid


   Functie-inhoud en werkdruk
       • Volledigheid van de functie
       • Moeilijkheidsgraad van de functie
       • Autonomie van de functie
       • Contactmogelijkheden binnen de functie Informatievoorziening over de werkzaamheden Werktempo/verstoringen
       • Agressie en geweld en seksuele intimidatie


   Werk- en rusttijden
       • Ploegendienst
       • Werk- en rusttijden in de praktijk

Terug naar boven

Werkwijze

Het volledig uitbesteden van een RI&E wordt echter sterk ontraden door Veiligheid.nu: ten eerste omdat de arbowetgeving voorschrijft dat de preventie medewerker meewerkt aan de totstandkoming van de RI&E. Ten tweede omdat het bedenken van, voor het bedrijf, passende maatregelen alleen mogelijk is indien er overleg wordt gevoerd over de mogelijkheden en onmogelijkheden binnen het bedrijf. Om bovengenoemde praktisch redenen wordt de RI&E doorgaans in 5 stappen uitgevoerd:



Stap 1:

Informatie verzamelen en selectie te gebruiken checklist
Met behulp van een invulformulier wordt informatie verzameld over het bedrijf: hoe groot is het bedrijf, wat is er in het verleden al aan inventarisaties uitgevoerd, welke (risicovolle) werkzaamheden vinden plaats, wat voor materiaal wordt ingezet e.d. Aan de hand van deze informatie wordt vastgesteld welke richtlijnen en normen nog meer van toepassing zijn en welke checklists het meest geschikt zijn om de risico’s te inventariseren.


Stap 2:

Uitvoeren van de risico inventarisatie
Middels een bedrijfsbezoek en gezamenlijke rondgang worden, aan de hand van de geselecteerde checklists, de knelpunten systematisch vastgesteld.


Stap 3:

Opstellen van het (concept)rapport
Alle knelpunten worden in een rapport verzameld en met behulp van een risicokwalificatiematrix ingedeeld in één van de rubrieken: zeer hoog-, hoog-, midden- en laag-risico. Daarnaast wordt de algemene informatie die relevant is voor de inventarisatie overgenomen in het rapport.


Stap 4:

Doen van aanbevelingen
Voor de verschillende risico's worden aanbevelingen opgesteld. Bij het doen van aanbevelingen hebben wij getracht deze zo eenvoudig en doeltreffend mogelijk te houden.


Stap 5:

Formaliseren van de rapportage
Nadat de opdrachtgever het rapport ontvangen en doorgenomen heeft wordt op korte termijn, contact opgenomen om af te stemmen of de in het rapport opgenomen gegevens volledig en juist zijn. Eventuele onvolkomenheden kunnen dan nog worden rechtgezet. Nadat de eventuele aanpassingen in het rapport zijn gedaan, kan het rapport worden geformaliseerd en wordt de opdrachtgever een aantal exemplaren toegezonden.

Terug naar boven